Uiterlijke kenmerken
Caridina cf. babaulti is een bijzondere verschijning. Ze komen voor in verschillende kleuren en hebben ook de eigenschap om van kleur te wisselen, afhankelijk van hun stemming. Het lichaam is erg langgerekt, waardoor ze eenvoudig van andere soorten te onderscheiden zijn. Ook hun rostrum is langgerekt waarop een duidelijke kartelrand te herkennen is. Leuk detail is dat ze ook een pupil hebben in hun ogen. Volwassen exemplaren kunnen tot 4cm groot worden. Hierbij zijn de vrouwtjes iets voller en ronder dan mannelijke soortgenoten. Bij vrouwtjes is ook een "eivlek" of "zadel" zichtbaar.
Huisvesting
Deze garnalen zijn eenvoudig te houden en hebben niet veel nodig. Een aquarium van 25 liter is al voldoende. Groter is uiteraard beter om een redelijke groep van minstens 7 exemplaren te kunnen houden. Schuilplaatsen worden zeer op prijs gesteld. Dit kan in de vorm van beplanting, hout, stenen of andere spleten waar ze tussen kunnen kruipen. Mos en planten met fijne bladeren in hun omgeving zullen er voor zorgen dat ze zich veilig voelen. Aanwezige planten zullen de waterkwaliteit aangenamer voor ze maken. In het mos kunnen ze naar harte lust op zoek naar voedsel en beschutting.
Gedrag en medebewoners
Garnalen zijn echte groepsdieren. Ze gebruiken de aanwezigheid van soortgenoten voor een gevoel van veiligheid. Houdt dus bij voorkeur altijd meer dan 10 exemplaren samen. Vrijwel constant zijn ze bezig met het zoeken naar voedsel. Alles waar ze overheen lopen, wordt afgeplukt. Met andere vissen bemoeien ze zich niet en ze zijn zeer vredelievend. Ze kunnen dan ook probleemloos met alle andere aquariumdieren worden gehouden. Andersom is niet altijd een goed idee. Door het kleine formaat zullen ze als voer kunnen dienen voor grotere vissoorten. Pas op met vissoorten waarvan de bek groot genoeg is om een garnaal in te passen. Betta's, Chichliden, Gourami's, grote tetra's en grote barbelen zijn geen goede match. Zouden ze niet opgegeten worden, dan kunnen ze zo'n 2 jaar oud worden.
Voeding
Zoals gezegd zijn Caridina cf. babaulti garnalen continue bezig met oppervlaktes afzoeken. Algjes en andere eetbare substanties uit de biofilm worden opgegeten. Planten laten ze met rust. Bijvoeren is gewenst als er in verhouding veel garnalen in het aquarium aanwezig zijn. Dit kan bijvoorbeeld met sticks, granulaat of pads uit ons aanbod garnalenvoer. Ook Catappa bladeren, Walnoot bladeren en andere natuurlijke materialen kunnen worden bijgevoerd. Gekookte groentes zoals wortelen en spinazie zullen ook in de smaak vallen. Houdt er rekening mee dat het kleine dieren zijn met kleine magen. Te veel voeren is niet gewenst.
Kweek van Caridina cf. babaulti garnalen
Het kweken van Caridina cf. babaulti garnalen is vrij eenvoudig en vergelijkbaar met die van vuurgarnalen. Er is eigenlijk niets speciaals voor nodig. De opbrengst zal wel lager liggen. Na het verschalen van het vrouwtje komt een chemische stof vrij. Dit activeert mannetjes om het vrouwtje te bevruchten. Een vrouwtje draagt zo'n 40-60 eitjes bij zich die vervolgens na ca. 30 dagen uitkomen. Baby garnalen zijn mini versies van de volwassen dieren en moeten direct voor zichzelf zorgen.
